ECHA-biocidevoorschriften
Het Biocidal Products Committee (BPC) stelt de adviezen op van het European Chemical Agency (ECHA) met betrekking tot verschillende processen onder de biocidevoorschriften. Substanties die op de markt waren vóór 14 mei 2000 worden bestaande actieve substanties genoemd.
Tijdens het goedkeuringsproces kan de onderzoekscommissie besluiten dat de actieve substantie voldoet aan de criteria voor vervanging van artikel 10(1) van de biocidevoorschriften (BPR) en dus in aanmerking komt voor vervanging. Het doel van deze bepaling is substanties te identificeren die een gevaar vormen voor de volksgezondheid of het milieu en ervoor te zorgen dat deze substanties uiteindelijk verdwijnen en worden vervangen door betere alternatieven.
Het Biocidal Products Committee van ECHA heeft voor het eerst zijn goedkeuring gegeven voor substanties die voldoen aan de uitsluitingscriteria van de BPR.
Formaldehydeafgevende biociden
Metaalbewerkingsvloeistoffen gemengd met water zijn onderhevig aan vervuiling door bacteriën en schimmels. Het onder controle houden vormt een essentieel onderdeel van het onderhoud van vloeistoffen. Het gebruik van bewaarmiddelen in de samenstelling en voor het behandelen van de tankwand speelt een belangrijke rol in het beschermen tegen schadelijke microben, die een gezondheidsrisico inhouden voor het personeel.
Een groot deel van de bacteriedodende middelen die vandaag verkrijgbaar zijn, worden geclassificeerd als formaldehydeafgevende biociden. Dit wil zeggen dat ze onder bepaalde omstandigheden kleine hoeveelheden formaldehyde afgeven. Dat is hun werkingsmechanisme in aanwezigheid van bacteriën. Ondanks hun doeltreffendheid als biocide kan het gebruik ervan verboden of afgeraden worden door wetswijzigingen.
Het ECHA (European Chemicals Agency) heeft in juni 2015 beslist om formaldehyde te herclassificeren als carcinogeen categorie 1b H350 en mutageen categorie 2.
Het ECHA Risk Assessment Committee (RAC) heeft ook voorgesteld om formaldehydeafgevende biociden op dezelfde manier te classificeren als formaldehyde, omdat er formaldehyde vrijkomt wanneer deze substanties in contact komen onder gunstige omstandigheden (bv. interactie met micro-organismen).
Het ECHA Biocidal Products Committee heeft voor het eerst zijn goedkeuring gegeven voor substanties die voldoen aan de uitsluitingscriteria van de BPR. Tot dusver heeft het twee formaldehydeafgevende biociden gemarkeerd (MBO en HPT) en ze aanbevolen als kandidaat ter vervanging. Er is veel kans dat dit voorstel ook zal gelden voor een grote groep van biociden met soortgelijke werking, waarvan er minstens tien bestaan.
De beslissing zou kunnen leiden tot het van de markt halen van een volledige groep van actieve substanties.
De herclassificatie van formaldehyde staat niet ter discussie, maar fabrikanten van biociden en metaalbewerkingsvloeistoffen uiten hun bezorgdheid via de ‘Formaldehyde Biocide Interest Group’ (FABI). Hun grootste zorg is de rationele verklaring voor de classificatie van het formaldehydeafgevende bronproduct als formaldehyde, gezien de kleine hoeveelheid vrije formaldehyde die gegenereerd wordt in het verduurzaamde product. Er is immers onvoldoende bewijs dat deze een gezondheidsrisico inhouden.
Tijdschema
Ondanks de tegenkanting wordt het eerste formaldehydeafgevende biocide geherclassificeerd als carcinogeen 1B in december 2018. Het ligt voor de hand dat alle andere formaldehydeafgevende biociden stapsgewijs dit voorbeeld volgen tegen 2025.
Impact
- Waarschijnlijk verdwijnen bepaalde formaldehydebevattende producten van de markt.
- Wellicht moet het product een strenger label krijgen.
- Er komen mogelijk extra maatregelen om te zorgen dat het formaldehydeniveau op de werkplek binnen aanvaardbare normen valt. Het Scientific Committee for Occupational Exposure Limits (SCOEL) heeft 300 ppb voorgesteld voor formaldehyde en het ECHA gaat hier waarschijnlijk mee akkoord. Het dient echter gezegd dat de gemiddelde concentratie bij gebruik van formaldehydeafgevende biociden op de werkplek ver onder dit niveau ligt (ongeveer 50 ppb).
- De nieuwe mbv-samenstellingen zullen wellicht minder efficiënt en duurder zijn, gezien de hogere kostprijs van alternatieve biociden en methodes.
Reactie
Het is meer dan waarschijnlijk dat de mbv-markt geen gebruik meer zal maken van biociden op basis van formaldehyde. Dit is nu al het geval bij bepaalde producten en zal in de loop van 2018 alleen maar toenemen.
Dit vergt een zekere bewustwording en een goed beheer van de vloeistoftoestand van oplosbare metaalbewerkingsvloeistoffen als we de impact van het verlies aan biocide-efficiëntie willen beperken. Het is uiterst belangrijk om de gebruikte mbv’s te blijven onderhouden om te voldoen aan de vereisten van COSHH 2002.
Wat kunnen mbv-gebruikers doen?
- Raadpleeg uw Q8Oils vertegenwoordiger.
- Bekijk alternatieve formaldehydevrije producten als mogelijke vervanger.
Het antwoord van Q8Oils
Bij Q8Oils houden we al rekening met de vereisten van het wetsvoorstel en hebben we een formaldehydevrij, oplosbaar mbv-gamma ontwikkeld: Q8 Berlioz en Q8 Brunel.
Deze werden zorgvuldig ontwikkeld met innovatieve grondstoffen om een optimale biostabiliteit te bieden binnen het kader van de toekomstige wetgeving.
Momenteel is het gebruik van producten met formaldehydeafgevende biociden niet verboden en blijven ze zeer doeltreffend om de opvangcapaciteit van oplosbare metaalbewerkingsvloeistoffen te behouden.
Q8Oils gaat voorlopig door met het leveren van metaalbewerkingsvloeistoffen met formaldehydeafgevende biociden.
Q8Oils is een actief lid van de United Kingdom Lubricants Association (UKLA) en een prominent lid van de HSE MWF adviesraad voor het beheer van metaalbewerkingsvloeistoffen. Wij houden de ontwikkelingen in het oog en zijn klaar om ons aan te passen aan de voorgestelde wetswijzigingen en er volledig aan te voldoen. Wij blijven onze klanten ook informeren en helpen hen aanpassen aan de wijzigingen.